Skip to main content
SIG infiltratie
De beide sacro-iliacale gewrichten (SIG) zitten laag in de rug.

Gewrichten

Wat is een infiltratie van het sacro-iliacale gewricht?

De beide sacro-iliacale gewrichten (SIG) zitten laag in de rug. Ze verbinden het heiligbeen (sacrum) met de iliacale vleugels van het bekken. Onder andere door artrose of ontsteking kan dit gewricht pijn veroorzaken. De pijn bevindt zich ter hoogte van de lage rug en bil en straalt mogelijks uit naar de flank, de lies of het bovenbeen.

Bij een therapeutische infiltratie van het sacro-iliacale gewricht wordt het gewricht met behulp van röntgenstralen in beeld gebracht. Er wordt in de gewrichtsspleet geprikt en er wordt lokale verdoving en een ontstekingsremmend medicijn ingespoten. Doorgaans is dit cortisone.

De behandeling gebeurt ambulant.

De ontstekingsremmer begint pas ten vroegste na 24 uur te werken. Het kan een aantal dagen duren vooraleer het effect van de behandeling duidelijk wordt. Soms zijn er meerdere infiltraties nodig om het effect te bestendigen.

Eerst te doen

Voorbereiding.
  • Therapeutische infiltratie van het sacro-iliacaal gewricht gebeurt ambulant. U wordt niet opgenomen in het ziekenhuis voor deze behandeling.

  • Thuis mag u op de dag van de behandeling eten en drinken zoals gewoonlijk.
  • Thuismedicatie en pijnstillers mogen ingenomen worden zoals gewoonlijk.
  • Als u bloedverdunners inneemt, moet u dit op de consultatie en bij het inplannen van de behandeling melden. Aspirine mag doorgenomen worden. Voor andere bloedverdunners krijgt u advies op maat. Volg dit nauwgezet op.
  • U mag de dag van de behandeling niet actief deelnemen aan het verkeer. Zorg ervoor dat iemand u naar huis kan brengen na de behandeling.
  • Tijdens de behandeling mag er geen bezoek bij u blijven. Uw begeleider kan intussen in de lounge of de cafetaria verblijven (gelijkvloers).
  • Indien u op de dag van de behandeling koorts heeft of ziek bent, neem dan contact op met het secretariaat van het pijncentrum op het nummer 09 224 50 19.
  • Röntgenstraling is schadelijk voor het ongeboren kind. Als u zwanger bent of een vermoeden daarvan heeft, meld dit dan aan de verpleegkundige of arts.
  • Bent u overgevoelig voor latex, jodium, pleisters, contrast- of verdovingsvloeistof, meld dit dan aan de verpleegkundige of arts.

In het ziekenhuis

Inschrijving en opname.

In de inkom van campus Sint-Lucas (straat 60, vlak naast het onthaal) schrijft u zich met uw identiteitskaart in voor een consultatie pijncentrum. Volg de wegwijzers aan het plafond naar straat 79 (Blok W, eerste verdieping). Scan uw QR-code ter hoogte van wachtzaal B en neem plaats in wachtzaal B.

Er zal u gevraagd worden om een korte vragenlijst in te vullen en te ondertekenen. Daarna wacht u in de aangeduide wachtzaal tot u binnengevraagd wordt in de behandelzaal.

Tijdens uw verblijf

De behandeling.

Bij het binnenkomen van de behandelruimte ontmoet u de behandelende arts en de pijnverpleegkundige. In deze zaal ziet u verder een beeldscherm en een röntgenapparaat. Deze toestellen zijn nodig om de juiste plaats voor de prik te bepalen.

Geef de ingevulde vragenlijst en eventuele doorverwijsbrieven af aan de arts. U dient zich niet te omkleden. Maak enkel de knop van uw broek los zodat uw rug makkelijk ontbloot kan worden. Uw schoenen houdt u aan.

Er wordt u gevraagd om op buik op de behandeltafel te gaan liggen. Vervolgens ontsmet een verpleegkundige uw rug met een koude roodbruine ontsmettingsstof.

De arts plaatst onder geleide van de röntgenstralen een naald ter hoogte van het SIG aan één of beide kanten.

Eens ter plaatse wordt geïnfiltreerd met lokale verdoving en een ontstekingsremmer (meestal cortisone).

Na het verwijderen van de naald(en) wordt een doucheverbandje aangelegd. U hoeft geen verdere wondzorg te voorzien.

Terug thuis

Na de behandeling.

Na de behandeling mag u onmiddellijk naar huis. Indien nodig kan een bijkomende afspraak gemaakt worden aan het secretariaat.

Op de dag van de behandeling mag u niet actief deelnemen aan het verkeer omwille van mogelijk voorbijgaand slaperig gevoel of verminderde kracht in de rug, het zitvlak of de benen. Zorg op voorhand zelf voor een begeleider of bezoldigd vervoer of neem het openbaar vervoer.

Er wordt voor deze behandeling één dag arbeidsongeschiktheid voorzien, met name de dag van de behandeling zelf.

Toekomst

Wat te verwachten na de behandeling?

U kan last krijgen van napijn ten gevolge van de behandeling Deze pijn kan een paar dagen aanhouden. U kunt hiertegen gerust een pijnstiller innemen.

De cortisone heeft ten vroegste effect na 24 uur. Het effect neemt toe in de dagen erna. Doorgaans wordt het resultaat van de behandeling pas na een tiental dagen beoordeeld.

Soms dient de behandeling meer dan één keer uitgevoerd te worden om een goede respons te bekomen.

Er wordt minstens twee weken tijd gelaten tussen twee behandelingen.

Normaal gezien komt u een paar weken na de behandeling terug op consultatie bij de pijnspecialist of bij uw doorverwijzende arts.

Uitzonderlijk

Mogelijke neveneffecten.

De behandeling is over het algemeen veilig. Aan elke interventie zijn echter mogelijke nevenwerkingen en kans op complicaties verbonden. De meest voorkomende bijwerking is pijn. Dit is slechts tijdelijk en verdwijnt na enkele dagen.

Mogelijke nevenwerkingen van cortisone zijn blozen, zweten, hartkloppingen, kloppende hoofdpijn, emotionaliteit, verhoogde bloeddruk en tijdelijke verhoging van de bloedsuikerspiegel.